Deze morgen, toen ik in de bank was om mijn auto vergunning te betalen, zag ik hem weer. Ik heb hem zelfs vriendelijk goede morgen gewenst, die hij heel beleefd maar koud terug wenste, maar verdomme, waar ken ik die vent van.
Dit is niet de eerste keer dat mij zo iets voorkomt, en het heeft niets met mijn leeftijd te maken, ik ken die man, maar waar van, even terug denken, waren we samen in het leger, maar dat is zo lang geleden, daar van zou ik niemand herkennen, misschien van een van mijn projecten, of buren, ik weet het niet, en dat zit mij dwars.
Zoiets is mij ook gebeurt in de Yom Kippur oorlog, toen ik op geroepen werd om chauffeur te worden voor ploegen van sprekers zangers en muzikanten, die de front soldaten gingen opzoeken, om hun toe te spreken en in de latere stadia van de oorlog, afleiding verzorgden, als doel dat het volk geheel achter het leger staat.
Mijn klanten (reizigers) waren vaak erg bijzondere mensen, zo als bij voorbeeld Chasside Pop, een zang groep van Chassidim (erg vrome Joden met pijpen krullen, hoeden en baarden, die mij direct al voor “ongelovige” uit maakten, wat natuurlijk waar was. Maar ik was in goed gezelschap want de meeste Israëli’s waren net zo als ik, onwaardig. Ze sproken samen in het Yiddish, waren erg vrolijk, en onderweg, als ze een vrome jood zagen, werd er over en weer gezwaaid en geschreeuwd. Ergens in Sinai versplinterde mijn voorruit, en al hoewel de Chasside Pop wouden door rijden, zonden ze een andere auto om hem verder te nemen, en ik moest terug naar de basis in Tel Aviv.
Daarna kreeg ik een team van geschiedkundigen en archeologen, die het front wouden bezoeken, voor dat het leger daar was aan gekomen, en dee ik dagelijks in mijn broek van de angst, maar ben in plaatsen geweest die meeste Israëli’s nooit hebben gezien in Libanon en Syrie. Deze geleerden waren ongewapend, en was ik de enige die een Uzzi had voor verdediging, maar dat is nooit nodig geweest. Zij wisten waar archeologische en historisme was, zonder daar ooit geweest te zijn.
Mijn volgende ploeg waren populaire zangers, die in Sinai, vlak bij het Suez kanaal concerten hielden, en tijdens een van die concerten, die mij uit mijn keel begonnen te hangen, ik rond slenterde, en ineens iemand ontmoette, die ik goed kon, net zo als ik in uniform, maar ik en ook hij konden niet herinneren waarvan, waren we samen in de Kibbutz geweest, nee, of in het leger, nee, misschien een buurman, nee, woonde in een andere wijk, dan waar van ken ik die vent. De gehele avond hebben we samen in de koude woestijn door gebracht, met koppijn in het zoeken van waar wij elkaar kennen. Na 6 maanden, zwaaide ik af, en de dag daar na ging ik naar werk (was tamelijk droevig, want een vriend en collega sneuvelde gedurende de eerste dagen van de oorlog). En met een tafel vol met werk, was ik vlug weer terug naar de routine.
Ik moest een afdruk van een kaart hebben, en bestelde de drukker om de originele kaart af te halen, en wie komt er binnen, dezelfde officier die ik die avond, maanden geleden in Sinai had ontmoet, een man die ik dagelijks zag, maar in uniform, ver weg van de civilisatie hadden wij elkaar niet erkend.
Waarschijnlijk was de persoon die ik vandaag zag en niet kon thuis brengen, ook zo een geval, ik weet het niet, ga er niet meer over denken, misschien komt het dan wel, of niet natuurlijk. Ik weet nog geen eens of het een aardige vent is, of een rotzak. Even denken, misschien ken ik hem helemaal niet, maar werkt hij voor de televisie, of lijkt op iemand van de televisie, misschien werkt hij ergens in de gemeente, ik wet het niet, en kap er mee.
No comments:
Post a Comment